Minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), heeft de afgelopen vier weekeinden in Nickerie doorgebracht. De reden daartoe was om samen met de waterschapsbesturen en boeren uit de diverse polders van gedachten te wisselen omtrent mogelijke oplossingen voor hun problemen welke verschillend van aard zijn. Vele arealen worden niet meer ingezaaid vanwege onder andere tekort aan financiële middelen en dure inputs. Boeren hebben hun huis en perceel als onderpand bij banken en andere financierders, waarover een hoge rente geheven wordt.
Afgelopen zaterdag heeft de minister na een veldbezoek aan de waterschappen Clara en Wasima met de besturen van alle 12 waterschappen van Nickerie vergaderd. Tijdens deze vergadering zijn samen met het bestuur van het Nationaal Ontwikkelingsfonds voor Agribusiness (NOFA) de volgende besluiten genomen:
1. Per 1 november aanstaande zal NOFA de kleinere boeren die tot 30 hectaren beplanten, voor totaal ongeveer 10.000 hectaren daarvan, voorfinancieren waarbij ook de oogst als onderpand zal dienen. In een later stadium zullen ook de middelgrote boeren meegenomen worden.
2. In elke polder wordt een coöperatie opgericht welke mede-verantwoordelijk zal zijn voor de aflossingen. Zowel de inputvoorziening als afzet van de leden zal via de coöperatie geschieden.
3. De boeren zullen een bijdrage leveren voor een op te zetten spaarfonds waarmee inputs en machines gekocht zullen worden.
4. Een professioneel administratiesysteem voor de coöperaties zal opgezet worden met ondersteuning van LVV en NOFA. In overleg met de bestaande schuldeisers zal ook bekeken worden hoe de boeren een verlichting te bieden.
De boeren zijn enthousiast over de afspraken en bieden hun volledige ondersteuning aan dit oplossingsmodel. “Deze oplossing kost de overheid geen cent. Het is gewoon een kwestie van “out of the box” denken en samenwerken,” beweert een op de vergadering aanwezige boer. Minister Sewdien geeft aan ook tevreden te zijn dat de boeren durven hun verantwoordelijkheid te nemen en zegt dat het ministerie door zal gaan met het neerzetten van sterke instituten als waterschappen, productschappen, coöperaties, onderzoek en voorlichting om uiteindelijk te eindigen bij Crop Insurance.