Real Madrid heeft zich op imponerende wijze ten koste van bekerhouder Bayern München geplaatst voor de finale van de Champions League. In de Allianz Arena stond dinsdagavond na 34 minuten een 0-3 tussenstand op het scorebord door twee kopgoals van Sergio Ramos en een doelpunt van Cristiano Ronaldo. In de slotfase deed Ronaldo er nog een schepje bovenop met de 0-4.
Real kwam in München vol overgave uit de startblokken. Waar in de met 1-0 gewonnen thuiswedstrijd vooral het initiatief aan de ploeg van Josep Guardiola was gelaten om uit de tegenstoot toe te slaan, ging Real nu vol overtuiging op zoek naar het zo belangrijke uitdoelpunt. Die gewenste treffer kwam er al na zestien minuten. Ramos kopte uit een corner van Luka Modric raak.
Vier minuten later was het nota bene wéér Ramos die scoorde. Dit keer werd een vrije trap van Angel di María licht getoucheerd door Pepe, waarna de niet als goaltjesdief te boek staande verdediger raak kon koppen: 0-2.
Nauwelijks bekomen van de schrik zag Arjen Robben bij Bayern hoe Cristiano Ronaldo na ruim een half uur voor de 0-3 zorgde. De Portugees was met zijn vijftiende goal dit Champions Leauge-seizoen het eindpunt van een razendsnelle counter. Gareth Bale, hersteld van een griepje, was met eenvoudig ‘breedleggen’ de aangever. Ronaldo mocht van geluk spreken dat hij toen nog op het veld stond. De Portugese wereldster overleefde een aanslag van Dante, die met een gele kaart van de Portugese arbiter Pedro Proença goed wegkwam.
Na de onderbreking probeerde de formatie van Guardiola met man en macht nog iets aan de afstraffing te doen, maar dat liet de ploeg van Carlo Ancelotti niet toe. Ook Robben kon ondanks verwoede pogingen – hij was met een schot van afstand nog wel dicht bij een goal tegen zijn voormalige werkgever – het leed van Bayern niet verzachten. Ronaldo zette met een rake vrije trap, onder de Bayern-muur door, ook nog de 0-4 op het scorebord. Zijn zestiende CL-treffer (!) van dit seizoen.
Wat zich voor rust al aftekende, werd naarmate de minuten verstreken bevestigd: Bayern kan door de grootste Europese thuisnederlaag ooit (!) een unieke prolongatie van de Champions League-winst uit het hoofd zetten. Smet op het feestje van De Koninklijke was de gele kaart van Xabi Alonso. Door een bestrafte sliding op Bastian Schweinsteiger, nota bene bij een stand van 0-3, mist hij de finale in Lissabon.
In die eindstrijd op 23 mei krijgt Real juist de gelegenheid om geschiedenis te schrijven. Sinds de laatste keer dat De Cup met de Grote Oren werd gewonnen, in 2002, werd er ieder jaar gesproken over La Decima. Uitgerekend in Portugal kunnen Ronaldo & co zich met de tiende Europa Cup I/Champions League-winst weer kronen tot beste ploeg van Europa. Morgen zal blijken of Chelsea of Atlético Madrid de tegenstander zal worden.