Barcelona heeft voor de achtste keer op rij de kwartfinale van de Champions League bereikt: 1-0. Manchester City was na de 2-1 nederlaag in de heenwedstrijd ook in Camp Nou geen moment in staat Barça dat record afhandig te maken. De onmacht van City stak schril af bij de genialiteit van de in bloedvorm verkerende Lionel Messi. Doelman Joe Hart voorkwam een monsterscore
Na de return was eigenlijk al duidelijk dat Barcelona zich net als vorig seizoen (0-2, 2-1) ten koste van Manchester City zou gaan plaatsen voor de laatste acht. Het gemak waarmee Barça, en dan met name Messi, voetbalde, maakte echter duidelijk dat het verschil tussen de koploper van Spanje en de kampioen van Engeland momenteel wel erg groot is. Het is wellicht tekenend voor het feit dat Spanje met Barça, Atlético en Real Madrid nog drie teams in de Champions League heeft en Engeland niet één.
Dat de ploeg van trainer Luis Enrique de zeventiende zege in achttien wedstrijden boekte en het elftal van manager Manuel Pellegrini de vierde nederlaag in vijf duels leed, was hoofdzakelijk te danken aan één man: Messi. De 27-jarige Argentijn raakte in zijn 94ste CL-optreden bijna geen bal verkeerd. In een vrije rol vanaf rechts gaf hij de duurbetaalde miljonairs van The Citizens voetballes. De ene pass was nog mooier dan de ander en al dribbelend liep Messi zijn tegenstanders voorbij alsof ze er niet stonden.
Toch duurde het nog bijna een half uur voordat Barcelona die superioriteit uitdrukte in een doelpunt. Neymar raakte na acht minuten de binnenkant van de paal, Messi schoot tot twee keer toe over uit een vrije trap en enkele schitterende combinaties strandden op het laatste moment toch nog omdat er een Engels been tussen zat. Na 31 minuten was dat niet het geval. Ivan Rakitic nam een prachtige voorzet van Messi aan op de borst en wipte de bal over de uitkomende Joe Hart heen, tot frustratie van Samir Nasri, die kort daarna ontsnapte aan rood toen hij Neymar neerschopte.
Dat was niet de enige keer dat City van geluk mocht spreken, want verder hoefde Hart het hoofd niet meer te buigen. Suarez raakte vlak voor rust de buitenkant van de paal, terwijl de Engelse doelman in de tweede helft ook Messi en Neymar de baas was in een één-tegen-één duel. Het bleef zonder gevolgen. City, met 59 goals de productiefste ploeg van de Premier League, was voor rust alleen via James Milner één keer dicht bij een uitgoal. Het ontbrak de Engelse middenvelder aan finesse, zoals ook bleek toen hij het slachtoffer werd van een panna van Messi.
Dat moment uit de eerste helft zou uiteindelijk symbool staan voor de tweede helft. Barcelona geloofde het vier dagen vóór de Clásico tegen Real Madrid wel en verzandde in gallery play, maar zelfs toen was City niet in staat het nog enigszins spannend te maken. De mogelijkheden daarvoor waren er zeker. Wilfried Bony en Yaya Touré schoten echter hard naast en een penalty was niet besteed aan de verder vrijwel onzichtbare Sergio Agüero, die op de vuisten van Marc-André ter Stegen mikte.
Dat het bij 1-0 bleef was daarom een klein voetbalwonder, zeker toen Suarez in de slotfase nog de lat raakte en Hart in ogenschijnlijk geslagen positie toch nog redding bracht op het moment dat Messi écht op weg leek naar zijn 76ste CL-treffer. Ondanks die laksheid van Barcelona in de afronding maakte de return één ding duidelijk: vier jaar na de laatste eindzege in de Champions League benadert Barcelona, en vooral Messi, weer het niveau dat de ploeg destijds haalde onder Pep Guardiola. Hij was vanavond aandachtig toeschouwer van de kunsten van zijn voormalige pupil.
JUVENTUS KLEINEERT DORTMUND
Een uiterst effectief Juventus heeft de kwartfinales van de Champions League gehaald. Bij Borussia Dortmund werden de Italianen al vroeg in het zadel geholpen dankzij een fraaie treffer van Carlos Tevez in de derde minuut.
In de tweede helft liep Juventus via Alvaro Morata en opnieuw Tevez uit naar 3-0. Dat was na de 2-1 thuiszege ruim voldoende voor het bereiken van de volgende fase van het kampioenenbal.
Juventus kon na de vroege 1-0 haar favoriete spelletjes spelen. Dortmund kon geen moment een vuist maken en zo werd de achtste finale het eindstation voor de huidige nummer tien van de Bundesliga.
Trainer Jürgen Klopp van Borussia sprak vooraf al van een loodzwaar karwei, maar na een paar minuten kon hij de missie eigenlijk al als onmogelijk betitelen. Patrice Evra legde de bal voor de voeten van Carlos Tévez, waarna de Argentijn die van een meter of 25 bijna vanuit stand naar de bovenhoek stuurde. Doelman Roman Weidenfeller zag het gevaar te laat om adequaat te kunnen reageren.
De dreun veranderde de optimistische geest van Dortmund in een dolende ziel. De hondstrouwe fans op de volle tribunes inspireerden hun ploeg slechts tot ijver. Een plan van aanpak ontbrak. Juventus schrok voor rust maar één keer. Dat was toen Paul Pogba na een overtreding met een pijnlijke grimas naar de achterkant van het rechterdijbeen greep. De Franse geweldenaar sjokte van het veld.
Coach Massimiliano Allegri koos voor Andrea Barzagli, net op tijd fit, als vervanger. Deze ging rechtsachter spelen, de Zwitser Stephan Lichtsteiner schoof op naar de middenlinie. De ingreep maakte Juventus verdedigend sterker en aanvallend niet minder. De Italiaanse counters waren, ook al ontbrak de inventieve Andrea Pirlo door een blessure, kansrijker dan de Duitse offensieve druk zonder achterliggende gedachte.
Dat bleef zo na rust. Alvaro Morata was dicht bij de 0-2, maar stuitte op Weidenfeller. Eraan vooraf ging een onnavolgbare solo van Tévez. Dortmund probeerde van alles, maar met de moed der wanhoop. Ook vers bloed liet de patiënt niet opleven. Het bleef bij een enkele gerichte doelpoging van Neven Subotic, net naast. Morata, een intikkertje met dank aan de niet zelfzuchtige Tévez, en de Argentijn zelf beslisten de ongelijke strijd.